Onbetaalde facturen

De invordering van facturen verschilt fundamenteel naargelang de schuldenaar een consument, dan wel een onderneming is.

Sinds 1/09/2024 is de minnelijke invordering van schulden ten aanzien van consumenten wettelijk bijkomend gereguleerd. Het dwingend optreden van incassobureaus is daarmee aan banden gelegd. Door de invoering van het nieuwe boek XIX in het Wetboek van Economisch recht is er een nieuw cascadesysteem van invordering opgelegd, waarbij de ondernemer verplicht wordt om eerst een kosteloze herinnering te sturen, alvorens de schuldenaar in gebreke te mogen stellen en verwijlintresten te mogen vorderen.

Bovendien  zijn die verwijlinteresten beperkt als volgt. Het openstaande bedrag mag maximaal worden verhoogd met een jaarlijkse intrest berekend tegen de referentie-interestvoet vermeerderd met acht procentpunten bedoeld in artikel 5, tweede lid, van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties en dit berekend vanaf de kalenderdag die volgt op de dag waarop de gratis herinnering aan de klant werd verstuurd, en met een forfaitaire vergoeding van:

1. 20 euro als het verschuldigde saldo lager dan of gelijk aan 150 euro is;
2. 30 euro vermeerderd met 10 % van het verschuldigde bedrag op de schijf tussen 150,01 en 500 euro als het verschuldigde saldo tussen 150,01 en 500 euro is;
3. 65 euro vermeerderd met 5 % van het verschuldigde bedrag op de schijf boven 500 euro met een maximum van 2000 euro als het verschuldigde saldo hoger dan 500 euro is.

Indien uw huidige algemene voorwaarden nog afwijkende bedingen bevatten (in vele algemene voorwaarden wordt bijvoorbeeld nog bepaald dat intresten verschuldigd zijn vanaf de vervaldatum), dan zijn die bepalingen mogelijks nietig. Actualisering van uw set algemene voorwaarden dringt zich dan ook op.

De verplichte kosteloze eerste herinnering is ook aan bepaalde vormvereisten onderworpen en moet onder meer bevatten: een helder overzicht van het totale verschuldigde bedrag, de naam van de onderneming, het ondernemingsnummer, een nauwkeurige beschrijving van het product of de dienst die tot de schuld heeft geleid, en de datum van levering of dienstverlening. Vele facturatieprogramma’s blijken daaraan nog niet te zijn aangepast. Het is evenwel belangrijk dat deze eerste herinnering correct wordt verstuurd. Is dat niet het geval moet er immers een nieuwe verstuurd worden opdat u tot integrale invordering van de schuld met intresten en schadebeding kan ingaan. Het valt dan ook aan te raden u te laten bijstaan door één van onze ervaren advocaten.

Indien de schuldenaar echter niets van zich laat horen of niets betaalt (na die eerste termijn van 14 dagen), kan er vervolgens worden overgegaan tot ingebrekestelling. Een ingebrekestelling is een tweede officiële brief waarin de schuldenaar wordt verzocht de schuld binnen een bepaalde termijn te betalen.

Indien de schuldenaar na deze ingebrekestelling nog steeds niet betaalt, kunnen er verdere stappen ondernomen worden. Dit kan u doen door een procedure buiten of binnen de rechtbank op te starten. Dit laatste veronderstelt de tussenkomst van een advocaat. Een incassobureau kan niet optreden voor u voor de rechtbank. Een tussenkomst van een incassobureau kan zeker nuttig zijn, doch indien het gaat om een betwiste schuld is het vaak nuttiger om meteen een advocaat in te schakelen.

Naast de mogelijkheid om de schuldenaar-ondernemer te dagvaarden voor de bevoegde rechtbank bestaat de mogelijkheid om vereenvoudigde IOS-procedure (invordering onbetwiste geldschulden) op te starten bij de gerechtsdeurwaarder. Dit is een invorderingsprocedure die in principe zonder tussenkomst van de rechter wordt gevoerd.  Dit is wel enkel mogelijk tegen ondernemingen én voor zover het gaat om facturen  die niet betwist of geprotesteerd werden door de schuldenaar. Van zodra er sprake is van enige betwisting moet de gerechtsdeurwaarder de inning staken en bent u alsnog op een advocaat en de rechtbank aangewezen. Wij staan u graag bij in het afwegen of deze procedure kans heeft op slagen. Indien het antwoord positief is, kunnen wij de gerechtsdeurwaarder opdracht geven tot het openen van een IOS-procedure. Is het antwoord negatief dan bekijken we de slaagkansen van een procedure voor de rechtbank.

Wanneer deze procedure geen kans heeft op slagen, kan er overgegaan worden tot dagvaarding. Door een dagvaarding te laten betekenen door een gerechtsdeurwaarder, wordt uw schuldenaar opgeroepen om op een bepaalde dag voor de rechter te verschijnen. Indien u een positief vonnis krijgt via deze klassieke gerechtelijke procedure en men alsnog niet zou betalen (minderheid van de gevallen) dan kan Bannister u verder helpen in het kiezen van de meest effectieve uitvoeringsmaatregelen. Er wordt dan bekeken of de schuldenaar tot betaling kan worden gedwongen middels betekening of middels beslag op bijvoorbeeld de wagen, het huis of het loon van de schuldenaar. De gerechtsdeurwaarder zal hierbij wel eerst het vonnis, ook wel de uitvoerbare titel genoemd, moeten betekenen aan uw schuldenaar.

Indien een factuur correct en tijdig werd betwist is deze niet onmiddellijk opeisbaar (en staat bijvoorbeeld de procedure IOS niet open). Door een factuur te betwisten geeft de schuldenaar immers aan dat hij het niet eens is met de gefactureerde prestaties of het gefactureerde bedrag. Indien de schuldeiser het niet eens is met die reden van het protest, is het aan die laatste om te bewijzen dat het protest onjuist is en dat er wel degelijk correct is gefactureerd en dit in overeenstemming met de afspraken.

Zulk bewijs is niet altijd makkelijk te leveren. Ook hier staat Bannister haar cliënten graag in bij. De leuze luidt immers “wie schrijft die blijft”. In aanloop naar een gerechtelijke procedure is het belangrijk om elk woord te wikken en te wegen aangezien er immers verschillende juridische gevolgen uit kunnen worden afgeleid (zoals een erkenning van schuld of een afstand van recht).

Het kan ook zijn dat uw schuldenaar failliet wordt verklaard. Dit betekent echter niet dat u uw geld niet kan terugkrijgen. Bij een faillissement zal een curator aan het hoofd van het vermogen van de onderneming komen te staan. Als schuldeiser dient u een aangifte van schuldvordering in te dienen in het faillissement en dient u deze schuldvordering ook te bewijzen. Het is noodzakelijk dat deze aangifte tijdig gebeurt. Als de schuldvordering te laat wordt ingediend of niet wordt bewezen, dan verliest u mogelijks uw kans op vergoeding. Ons gespecialiseerd team helpt u hier graag mee.

Ook kan het zijn dat bestuurders burgerlijk aansprakelijk gesteld worden bij faillissement. In geval van burgerrechtelijke aansprakelijkheid kan u als schuldeiser van de onderneming een vordering instellen tegen de bestuurders om uw schade te verhalen. Zij kunnen dan persoonlijk instaan voor het betalen van de facturen van hun onderneming.

Indien u verdere vragen heeft met betrekking tot de invordering van onbetaalde facturen, twijfel dan zeker niet om ons te contacteren. Het ervaren team van Bannister advocaten staat klaar om u te helpen.